Project IJsvogel

Sinds het begin van de 20e eeuw zijn in Nederland veel beken en kleine riviertjes gekanaliseerd. Dit kanaliseren had als doel de afvoer van water te verbeteren. Voor veel dieren zoals de ijsvogel en andere kenmerkende beekbewoners waren deze ingrepen desastreus.
In de loop van de tijd werden zo kilometers beek veranderd in rechte kanaaltjes, voorzien van schuine, met gras begroeide oevers. Hierdoor verdwenen de steile beekwanden, die voor de ijsvogel zo belangrijk zijn om een nestholte te graven. In een schuine oever kunnen nestrovers zoals de hermelijn en bunzing met gemak het nest in kruipen om de eieren of jongen te roven.

Zo’n 95% van alle beken in Nederland zijn zo in meer of mindere mate gekanaliseerd, waardoor de ijsvogel met grote sprongen in aantal achteruit ging.

IJsvogels.nl_ALC3217.jpg

In 1995 is de Vogelbescherming Nederland gestart met een initiatief om het herstel van beken met hun karakteristieke flora en fauna aan te pakken. In samenwerking met o.a. Natuurmonumenten en de Unie van Waterschappen werd het ‘Project IJsvogel’ gestart. Op veel plaatsen in het land heeft dit al geleid tot het terugbrengen van beken in hun oorspronkelijke staat. De beken mogen weer meanderen en overstromen en zo ontstaan weer natuurlijke steile oevers. Dat het project succesvol is blijkt wel uit het feit dat er vaak de eerste lente na het herstel van een beek al broedende ijsvogels worden aangetroffen.